Monsters en buitenaardse tekens
Panama | San Blas |
Er is niets en alles tegelijk. De kinderen vermaken zich kostelijk op het strand met zand, zee en een paar kokosnoten. Een holle stam hebben ze rechtop in het zand gestoken en vanaf een paar meter afstand proberen ze om de beurt kokosnoten erin te mikken. Een heuse Robinson proef is geboren. In een hoge palmboom hangt een touw met een dikke knoop die fungeert als reuzenschommel. Wat kan een goed leven toch eenvoudig zijn.
Daar luidt de gong; teken voor een nieuw avontuur. Met z’n allen springen we in de houten schuit. De schipper zit achterin terwijl zijn maatje op de punt staat om ons veilig door het koraal heen te begeleiden. We zigzaggen door de zee op naar een bijzonder fenomeen; ’the blue hole’.
De naam zegt precies wat het is. Midden op open zee doemt ineens een grote lichtblauwe cirkel op. Een ronde zandbank heeft dit verschijnsel gecreëerd. Het is bijna niet echt, van bovenaf moet het op een buitenaards teken lijken. Helaas kunnen we dat niet zien omdat drones op San Blas verboden zijn; er staan boetes van 500 dollar op het vliegen met een drone. Enerzijds jammer want de plaatjes zouden onwaarschijnlijk mooi geworden zijn. Anderzijds begrijpelijk omdat je het authentieke karakter van de eilandengroep niet wilt beschadigen.
We stappen uit de boot en staan kniehoog in het warme water. Zeesterren lijken als decoratie te zijn uitgespreid over de zeebodem. Om ons heen niets dan open zee en een paar onbewoonde eilandjes in de verte. Een oude man peddelt in zijn kano voorbij. De gedachte dat er een buitenaards wezen aan te pas moet zijn gekomen om al dit moois te creëren is zo gek nog niet.
Monsters in de nacht
De zon gaat onder en niet heel veel later lijkt het of iemand ineens het licht heeft uitgedaan. Toch geeft het licht van de sterren en maan ons voldoende licht om de weg over het eiland te kunnen vinden. We kloppen onze zandvoeten af en springen in het gammele bed. Het ruisen van de zee soest ons al snel in slaap.
BAM!!! Wakker! Midden in de nacht. Een knal en een flits geven het startsignaal voor een enorme onweersbui. De wind blaast door de hut en harde regen snijdt dwars door de rieten wanden om als nevel neer te strijken op bed. Een harde windvlaag duwt de deur open waardoor het regenwater naar binnen schiet. De lieflijke zee van vanmiddag ziet er uit als een groot donker monster dat het eiland wil verzwelgen. Ineens realiseren we ons dat de kruimel in de oceaan ook maar echt een kruimel is en door een beetje golf van formaat zo van de aarde kan worden gespoeld. Na een helse nacht worden we gebroken wakker. Onze mede-eilandbewoners zitten er tijdens het ontbijt al net zo slaperig bij. Het brakke gevoel op een idyllisch eiland duurt echter nooit lang. Even later dobberen we in een kalme zee, lieflijk en blauw. Terug in het paradijs, alsof het maar een droom was.