Duiken en varen in de Indische Oceaan
Indonesië | Gili Meno | boottocht Lombok-Flores
Oorspronkelijk plan was om woensdag al met deze boottrip te starten. Maar, na een helse nacht eraan voorafgaand (details zal ik je besparen) leek het ons geen goed idee om ziek op de boot te stappen. Dus, na een dagje bijtrekken aan het zwembad door naar spontaan bedacht plan B. We verruilen het drukke Senggigi voor een stipje in de oceaan; Gili Meno. Ze is het kleinste en rustigste zusje van de Gili’s met links van haar (voor de feestgangers) Gili Trawangan en rechts (voor wie niet kan kiezen tussen party of relaxen) Gili Air. Op Meno: niets dan voetpaden, koraalstrand, paardenkoetsjes (dokars), een handvol restaurantjes en een prachtig rif voor de deur. We vinden twee bungalows mét warme buitendouche (yes!) in een tuin vol palmbomen bij Rust Mumpi Manis. Precies wat we nu even nodig hebben.
De volgende dag nemen we de eerste boot naar duikspot Han’s Reef. Tijdens het snorkelen gister waren we al verrast door alles wat we in korte tijd zagen; een murene, schildpad, rog. Dat belooft wat voor deze duik. De zee is kalm als we achterover de boot af rollen. Toch staat er een behoorlijke stroming. Snel naar beneden dan maar. We drijven laag over de zandbodem langs grote plukken koraal. Al gauw zien we een schildpad en vlak erbij nog een. Ze hebben allebei blijkbaar jeuk. De een krabt met zijn poot over zijn neus, de ander schuurt met zijn schild tegen een stuk koraal. TIK TIK! Divemaster Andy tikt met een stick op zijn tank om onze aandacht te vragen. Kijk! Daar in het zand liggen twee roggen, een derde zweeft langzaam voorbij. Iets verderop tikt Andy opnieuw. Ik moet heel goed kijken voor ik zie waar hij naar wijst. Het lijkt een felgroen stuk koraal maar ineens beweegt het. Het is een Rhinopias, familie van de schorpioenvis.
In de driedimensionale wereld van het duiken moet je overal kijken om niets te missen. Dat blijkt maar weer als Andy naar beneden wijst. Hé, nog een schildpad. Hij blijft rustig liggen als ik vlak boven hem stil lig. Tijd voor een foto met Mr.Turtle. Tijdens het opstijgen maken we een veiligheidsstop op 5 meter waar we nog een paar minuten blijven. Op het laatste moment vindt Andy een hengelaarsvis. Nóg eentje in de categorie had-ik-zelf-nooit-gevonden. Met zijn hengel op zijn hoofd en wratten op zijn lijf wurmt meneer Frogfish zich strak tegen het koraal en neemt hij snel een andere kleur aan. Weer terug op de boot kunnen we niks anders dan glimlachen. Overigens iets wat je tijdens het duiken beter niet kan doen als je niet wilt dat je masker onder water loopt. Wat een duik, wat een plek.
Terug naar Oost-Lombok, zaterdagmiddag, boottocht, daar gaan we dan. Nu echt! Munri is een houten schuit met 4 hutten op het onderste dek en een slaapdek boven. Van de 34 mensen aan boord slaapt het overgrote deel zij aan zij op het dek. Toch wel erg fijn dat we een eigen plekje hebben in onze twee hutten.
Als we wegvaren zien we de kustlijn van buureiland Sumbawa al snel verschijnen. Een groep jonge dolfijnen springt enthousiast boven het water uit. Ze lijken een wedstrijdje te doen wie het hoogst kan springen. Iedereen is enthousiast. Onze boottocht is nu echt begonnen. Eerste stop is Pulau Kenawa. De kinderen springen vanaf het hoogste dek alsof het niets is. We zwemmen naar het eiland waar bovenop een heuvel staat. Vanaf de top krijgen we een laatste blik op Lombok als we de zon achter vulkaan Rinjani weg zien zakken.
Zondagochtend 6 uur. We liggen voor anker voor de kust van Pulau Moyo en worden wakker van de motoren die uitgezet worden. We hebben de hele nacht gevaren. Naast ons liggen nog 4 boten; jammerlijke consequentie van het hoogseizoen. Na een bananenpannenkoek en een frisse ochtendduik in de Flores Sea lopen we op Moyo naar een waterval met heerlijk fris water. Over de stroeve rotsen is de klim door het stromende water goed te doen. Een prachtige plek, zij het niet dat de mensen van de andere boten dit natuurlijk ook hebben bedacht. Toch is er altijd een manier om de drukte te omzeilen. We lopen iets verder stroomopwaarts door. Daar is het rustig en stil. Groen om ons heen, de waterval aan onze voeten.
De rest van de dag gaan we varen, varen, varen. Sumbawa heeft de vorm van een mislukte uit elkaar getrokken oliebol, maar dan groot, heel groot! Aan de kustlijn met zwarte vulkaanstranden lijkt geen eind te komen. De golven en tegenwind werken ook niet echt mee. Onze houten schuit ploetert als een breekbaar takje door de woeste oceaan. No mercy! Het schommelschip van de Efteling is er niets bij. Vooral zitten of liggen dan maar (lang leve onze hut) en bij een gammele buik naar de horizon turen. Alle backpackers die gister met een flesje Bintang en vrolijke praat nog op het dek zaten, liggen nu voor pampus op hun matjes. Na een middag, avond en nacht varen langs 280km Noord-Sumbawa kustlijn komt een eind aan de grote oversteek. De motoren gaan uit, de boot ligt stil.
Half 6. De zon komt op achter Komodo Island. Tijd voor een duik. Drijvend in het koele water kleurt de lucht oranje. Kijk nou waar we zijn! Wat een plaatje. De pittige tocht van gister lijkt ineens vergeten.
Komodo dankt haar naam aan de gelijknamige varanen die hier leven. Naast dit eiland komen ze ook op het tegenover gelegen Rinca en op sommige plekken op Flores voor. Een wandeling op zoek naar de draken doe je met een gids. De logge bijna prehistorische dieren zijn giftig en snel en kunnen ineens aanvallen. Oppassen dus!
Onze gids heeft er flink de pas. Gewapend met een stok leidt hij ons door het droge landschap. Een grote bult onder een boom blijkt een komodonest te zijn. Als baby varanen uit hun ei komen zijn ze zo’n 40cm groot en klimmen ze zo snel mogelijk een palmboom in. Hun vader is na de ‘boom-boom’ zoals hij het omschrijft meteen vertrokken. Hun moeder is kannibaal. Arme kinderen. Klimmen voor je leven dus. Van de 40 eieren overleven er twee. Een natuurlijk proces om het evenwicht tussen de dragons en voedsel te bewaren.
‘Ja, daar!’ Iets verderop ligt een komodo familie onder de struiken. Vaders ligt er rustig bij. De anderen lopen er wat omheen. Met hun ruwe huid en grote poten lijkt het alsof ze zo uit Jurassic Park zijn komen lopen.
De regering overweegt om Komodo tijdelijk te sluiten voor toeristen om het ecosysteem weer te laten herstellen. Sommige dieren liggen er sloom bij. Ze worden overduidelijk gevoerd zodat (wordt ons verteld als we ernaar vragen) ze de toeristen niet aanvallen. Of is het juist zodat ze een beetje in de buurt blijven juist voor de toeristen? Ik zet er mijn vraagtekens bij.
Vandaag is het zover, we gaan op zoek naar mantaroggen bij Makassar Reef. De enorme vriendelijke roggen leven in voedselrijk gebied met veel stroming. Er zijn weinig plekken waar je ze goed kan vinden maar dit is er een van. We staan klaar met masker en snorkel op ons hoofd en turen door het blauwe water. ‘There it is! Jump!!’ zegt bootman Sonny. We springen erin maar de manta is al verdwenen in de diepte. Een stuk verderop vinden we er nog een met hulp van ons bijbootje. Hij zweeft rustig onder ons en beweegt zijn vleugels langzaam op en neer. Vol verwondering kijken we naar dit magische wezen tot hij in de donkere diepte verdwijnt. Terug op de boot horen we hoeveel geluk we hebben gehad. Lang niet iedereen heeft een manta gezien laat staan een foto kunnen maken.
Next stop: Pink Beach. Het broze rood-roze koraal dat aanspoelt geeft het strand een roze gloed. Ach, pink? Valt wel mee, maar wat maakt het uit. Het strand is een plaatje en de koraaltuin ervoor als een sprookje. Zelden zie je een snorkelplek zo kleurrijk en vol vis direct aan de kust. Een clownvis familie probeert ons weg te jagen door driftig uit hun anemoon op ons af te komen. Met hun kleine tandjes proberen ze ons te bijten. Helden!
Na een paar uur mooie schelpen zoeken, relaxen en snorkelen varen we weer verder. De boot is in een feeststemming. Muziek, middagzon, vrolijke mensen en wat flesjes Bintang blijken de juiste ingrediënten voor een feestje op het dek.
De laatste nacht brengen we door in de baai van Pulau Kedang. 5 uur. ‘Wake-up-time!! Let’s see the sunrise guys!’ roept gids Sonny enthousiast. Met slaperige ogen en wat zaklampen lopen we over de rand van de berg omhoog. De bergen kleuren langzaam van grijs naar roze, oranje en rood. Butterfly Viewpoint doet haar naam eer aan. De grillige randen van het eiland vormen een vlinder. Of een drone, aldus mijn eigen drone-piloot. Die drone is overigens wel fantastisch hier. Van bovenaf gezien is het helemaal een surrealistisch plaatje.
Laatste stop: Rinca Island. Het droge glooiende landschap doet ons denken aan Afrika. De varanen hier ogen een stuk actiever en de trail die we lopen met de gids voelt een stuk minder georganiseerd dan op Komodo. We zien herten, apen en wilde buffels; avondmaal voor onze prehistorische vrienden die ze vanaf een afstandje begluren. Wat een wonderlijke dieren.
We maken een laatste snorkelstop voor we aankomen op eindbestemming Flores. Jeroen ziet op de valreep nog een rifhaai en de jongens leven zich uit met springen vanaf het hoogste dek. Dan varen we door naar de haven van Labuan Bajo. Tijd om van boord te gaan. Op naar een volgende plek.
De boottrip was een groot avontuur; onvergetelijk, prachtig, gezellig, pittig, soms afzien en vooral genieten. Een uniek avontuur, wellicht niet het meest voor de hand liggende om te doen met twee jonge kinderen maar voor ons een een geweldige ervaring!
Praktisch
Duiken vanaf Gili Meno echt een aanrader. De bekendste duikplekken zijn veel ‘bedoken’ en beschadigd. Vraag je duikschool vooraf waar je naartoe gaat om de drukte en beschadigde duikplekken te vermijden.
Aanrader: duikschool Blue Marlin; ervaren personeel, goed materiaal, relaxte duik.
Informatie
Een boottocht tussen Lombok en Flores doe je in 4 dagen. De mooiste stops maak je in het stuk tussen Komodo en Flores. Reis daarom van west naar oost zodat je de mooiste plekken voor het laatst bewaart.
Liever niet de ‘grote’ oversteek maken tussen Lombok en Flores? Boek dan een 2 of 3 daagse trip van en naar Labuan Bajo/Flores.